Het leven en werken bij De Zonnekinderen vertrekt vanuit het antroposofisch mens- en wereldbeeld, zoals beschreven door Rudolf Steiner. Voor ons is deze manier van in het leven en in ons werk staan evident en de pedagogie die wij hanteren komt op een vanzelfsprekende wijze voort uit dit wereldbeeld.
Vanuit de antroposofie wordt er op een specifieke manier gekeken naar de geboorte en de ontwikkeling van kinderen. Het voert ons binnen in een denken dat verder gaat dan het materiële. Wij gaan ervan uit dat ieder met het leven een eigen bedoeling heeft en er innerlijk vrij naar wil streven om die waar te maken. Opvoeding moet daarbij ondersteunen. Dat vereist een inzicht in de verschillende levensfasen van de jonge mens en het vermogen om waar te nemen wat elk kind aan mogelijkheden in zich draagt. In de vraag hoe we jonge kinderen het best ondersteunen in de weg die voor hen ligt en dus, hoe we hen best ondersteunen in hun ontwikkeling, vindt de antroposofische pedagogie haar praktische uitwerkingen.
Bij de Zonnekinderen maken we bewust natuurlijke keuzes. De materialen waarmee de kinderen spelen, waaruit en waarvan ze eten, de luiers die ze dragen en het belang dat we hechten aan natuurbeleving en buitenspel komen voort uit een duurzaam bewustzijn.
Ook de dingen die we doen samen met de kinderen, het dagritme waar we iedere dag samen door stromen, de ritueeltjes en vanzelfsprekende liefde en warmte waarmee we de kinderen omhullen vormen samen de pedagogie van waaruit we werken.
Iedere dag verloopt voorspelbaar en volgens eenzelfde ritme bij ons. Deze structuur en regelmaat helpen de kinderen zich veilig te voelen en die voorspelbaarheid geeft hen vertrouwen. We hechten veel belang aan een gezond evenwicht tussen spelen, eten en slapen. Tussen in- en uitademen doorheen de dag. De kinderen groeien bij ons mee in een ritme met vaste speel-, eet- en slaapmomenten doorheen de dag.
We leven mee met de seizoenen door deze intens te beleven, zowel buiten als binnen. Wij spelen veel buiten, in onze tuin of in de parken, ‘bossen’, ‘velden’ en andere groene zones in onze buurt. We hechten veel belang aan natuurbeleving en leren samen met de kinderen in alle seizoenen en bij alle weersomstandigheden te genieten van het buiten zijn. We geloven dat deze verbinding met de natuur al op jonge leeftijd van belang is en een belangrijke bijdrage levert aan de ontwikkeling van kinderen tot gezonde en veerkrachtige mensen. De oudere kinderen in onze opvang (vanaf +- 18 maanden) brengen het hele jaar door het grootste deel van de dag buiten door. Ook de kleinere kinderen gaan dagelijks naar buiten. Daarnaast slapen ook de meeste van onze oudere kinderen buiten in een speciaal daarvoor ontworpen buitenbedje. Op belangrijke (overgangs)momenten in het jaar vieren we feest, waarbij we de seizoenen ten volle samen beleven en vieren.
Naast, maar ook in, gezamenlijke en geleide activiteiten vinden we het belangrijk om veel ruimte te laten voor kinderen om zelf hun spel te vinden. Spelen is het ‘werken’ van de kinderen. In hun spel leren kinderen en ze kiezen net dat spel dat hen ondersteunt om te leren waar ze op dat moment aan toe zijn. Ze ontdekken, verkennen en verwerken de wereld in het spel dat ze zelf creëren. Zo vinden wij het bijvoorbeeld belangrijk om baby’tjes te stimuleren om zoveel mogelijk in buik- of rugligging hun spel te vinden. We zullen kinderen die er nog niet aan toe zijn (fysiek of emotioneel) niet in zithouding (of in een wippertje) laten spelen. Al liggend hebben de kleintjes volledige bewegingsvrijheid en leren ze grijpen, rollen, kruipen en zelfstandig tot zitten en stappen komen, wanneer ze daar klaar voor zijn. Ook oudere kinderen laten wij graag zoveel als mogelijk zelf proberen en ontdekken. Wij zullen kinderen aanmoedigen om te proberen zelf ergens op te kruipen of klimmen, eerder dan hen ergens op te tillen. Wij geloven dat risicovol spel veiliger kan gebeuren als kinderen goed geleerd hebben wat hun eigen mogelijkheden zijn, wat ze zelf al kunnen en wat nog niet.
Wij bieden maar heel beperkt, en steeds op maat van de ontwikkelingsfase van onze kinderen, geleide activiteiten aan. Vaak bestaan deze activiteiten uit vinger- of gebarenspelletjes, we zingen liedjes, lezen een boekje voor of vertellen een verhaal. De huiselijke sfeer, warmte en gezelligheid die we samen met de kinderen proberen te vinden, dragen bij tot de vele huishoudelijke taakjes en klusjes die moeten gebeuren in huis en in de tuin en waar we graag de kinderen bij betrekken. Nadat we alles lekker vuil hebben kunnen maken, doen we samen – soms onder begeleiding van een liedje – de afwas, we plooien de was, we vegen de vloeren, we ruimen samen op voor we gaan slapen of naar buiten gaan, we bakken broodjes voor een van de jaarfeesten, poffen of kraken de noten en kastanjes die we op onze wandeling vonden, enz. Daarnaast begrijpen wij onze taak als pedagogische begeleiders vooral als de beste omstandigheden creëren (een huiselijke warme sfeer, uitgeslapen en goed gevoede kindjes, kindjes die zich goed in hun vel voelen, …) zodat kinderen zelf kunnen ontdekken en groeien doorheen het vrije spel dat ze zelf kiezen en vormgeven.
Iedere dag opnieuw proberen wij open en met volle aandacht in de activiteiten te staan die we met en voor de kinderen doen. We streven ernaar ons en de kinderen te omringen met schoonheid, zorg, aandacht, warmte en liefde en ieder kind te benaderen met respect voor wie hij of zij is en wat hij of zij brengt, wat hij of zij al kan en wat nog niet, wat hij of zij voelt en wat hij of zij ons ook kan leren. In het bijzonder tijdens de individuele verzorgingsmomenten (aan- of uitkleden, verschonen, enz) proberen we zo veel als mogelijk de kinderen actief te betrekken bij de verzorging en (op maat van het kind) samen te werken om de verzorgingsactiviteiten tot een goed einde te brengen. We zien deze momentjes ook als de uitgelezen momenten om één-op-één aandacht te geven en korte intieme contactmomentjes te creëren met de kindjes.